DeepSeek, een Chinese AI-ontwikkelaar, heeft onlangs de technologische wereld op zijn kop gezet met een veelbesproken AI-model dat de mogelijkheden van Amerikaanse techgiganten benadert, maar tegen een veel lagere kostprijs. Topambtenaren van het Witte Huis hebben hun bezorgdheid geuit over de mogelijke onethische manier waarop DeepSeek nieuwe technologie zou ontwikkelen. De kern van de discussie draait om een techniek genaamd ‘distillatie’, waarbij een AI-systeem leert van een ander, meer geavanceerd systeem. Dit proces stelt kleinere bedrijven in staat om snel geavanceerde AI-capaciteiten te ontwikkelen zonder de enorme investeringen in tijd en rekenkracht die oorspronkelijke modellen vereisen.

De technische details rond deze methode zijn complex. Amerikaanse bedrijven zoals OpenAI beweren dat DeepSeek mogelijk hun modellen heeft gebruikt zonder toestemming, wat een schending zou zijn van de servicevoorwaarden. Experts in de technologie-industrie wijzen echter op het feit dat technologische kennisoverdracht inherent is aan competitieve markten. Naveen Rao van Databricks vergelijkt het proces met de autoindustrie, waar fabrikanten elkaars motoren bestuderen en analyseren. De discussie raakt aan fundamentele vragen over intellectueel eigendom in de snel evoluerende wereld van kunstmatige intelligentie, waarbij de grenzen tussen innovatie, inspiratie en overname steeds vager worden.
De politieke dimensie van deze technologische confrontatie wordt steeds pregnanter. Hoge functionarissen, waaronder Howard Lutnick, de genomineerde handelssecretaris, hebben aangekondigd strenge beperkingen te willen opleggen aan Chinese technologiebedrijven. Het White House AI-team onderzoekt momenteel de mogelijkheden om de verspreiding van gekopieerde AI-technologie tegen te gaan. Techbedrijven experimenteren ondertussen met verschillende beschermingsmethoden, variërend van het blokkeren van IP-adressen tot het ontwikkelen van geavanceerdere tracking-mechanismen. Jonathan Ross van Groq stelt echter dat dit een kat-en-muisspel blijft, waarbij elke technische barrière waarschijnlijk weer zal worden omzeild door innovatieve ontwikkelaars die de grenzen van technologische competitie blijven verkennen.










